Rode Bieten Chocolademousse met een vleugje Chili
Ingrediënten
voor 4 porties
- 150 ml aquafaba (het vocht uit een blik kikkererwten)
- 25 g bruine basterdsuiker
- 200 g pure vegan chocoladereep
- 100 g So Vegan So Fine (pure) chocoladepasta
- 150 g kokosroom
- ¼ tl gemalen chilipoeder of cayennepeper
- 2 el sinaasappelsap
- 100 g gekookte en geschild rode biet
- ½ tl wijnsteenpoeder (optioneel, voor stabiliteit)
Voor de garnering: - Vegan witte chocolade (optioneel)
Bereidingswijze:
- Hak de pure chocolade fijn en smelt deze samen met de So Vegan So Fine chocoladepasta au bain-marie.
- Zorg ervoor dat er geen water in de chocolade komt, anders kan het korrelig worden. Roer regelmatig met een spatel om het smeltproces te versnellen.
- Snijd de rode biet in kleine stukken en doe deze samen met het sinaasappelsap in een keukenmachine. Mix tot een gladde massa en zet apart.
- Doe de aquafaba, bruine suiker en eventueel het wijnsteenpoeder in een kom. Het wijnsteenpoeder zorgt voor extra stabiliteit, maar kan ook worden weggelaten.
- Klop het mengsel met een elektrische mixer op de hoogste stand gedurende 10 minuten, tot het verandert in een dik, stevig schuim.
- Klop in een ruime kom de kokosroom samen met het chilipoeder luchtig.
- Voeg eerst een lepel van de luchtig geklopte kokosroom toe aan het gesmolten chocolademengsel en meng tot een homogene massa.
- Voeg daarna de rest van de kokosroom voorzichtig toe en spatel rustig door tot het volledig gemengd is.
- Voeg de rode bietenpuree toe aan het chocolademengsel en spatel tot een egaal mengsel.
- Spatel tot slot de opgeklopte aquafaba in delen voorzichtig door het chocolademengsel. Werk rustig om de luchtigheid te behouden.
- Verdeel de mousse over 4 mooie glazen, potjes of schaaltjes.
- Dek af met het dekseltje of vershoudfolie en laat minimaal 2 uur opstijven in de koelkast.
- Decoreer de mousse eventueel met krullen van witte chocolade (met een kaasschaaf of dunschiller).
Tip: Bewaar de mousse in de koelkast tot het moment van serveren, zodat hij stevig blijft.
